onderzoek

 

Er is zo veel te onderzoeken...
      Van een oude hobo blijkt de boring enorm gekrompen te zijn. Het is een leuke zoektocht om te pogen de oorspronkelijke boring van het instrument te achterhalen, met al de middelen en gegevens die ons ten dienste staan. Voornoemd verschijnsel bleek zich voor te doen bij een hobo die een vriend van me bezit, en bespeelt, eeuwen geleden gebouwd door Robbert Wijne.
      Er blijkt na een storm een verweerd stuk van een oude hobo aangespoeld te zijn. Is het mogelijk om uit wat er nog over is, op te maken wie dit instrument ooit gemaakt heeft? Ik hoop ooit zekerheid te verkrijgen. Hierover kunt u over een tijdje meer lezen onder:
      -IJSSELMEERVONDST.      

Welke conclusies kunnen we trekken, aangaande de oude hobo's, uit alles wat bewaard is gebleven? Wat zeggen -om maar wat te noemen- de oude grepentabellen over de rieten die gebruikt werden?
      Zoals u wellicht al gemerkt heb, ben ik enorm gecharmeerd van het werk van de Amsterdamse blaasinstrumentenbouwer Richard Haka. Door zijn instrumenten te bestuderen en na te bouwen, probeer ik dichter bij te komen: er achter te komen welke gereedschappen en welke technieken deze meesterdraaier gebruikte.
      Mijn bevriende Franse collega Lola Soulier heeft mij betrokken in haar onderzoek naar oude Franse hobo's. Helaas is dat onderzoek, na ons eerste gezamenlijke bezoek aan het muziekinstrumenten-museum van Parijs, om een paar hobo's te bestuderen (en zelfs te bespelen), vanwege de pandemie even op een waakvlammetje terecht gekomen. We hopen op een spoedig vervolg.

Dat betreft allemaal de geschiedenis, maar vanzelfsprekend hoort er bij het bouwen van muziekinstrumenten ook erg veel akoestisch onderzoek.
Heel belangrijk is bijvoorbeeld het effect van een wijziging in de boring op de speelkwaliteiten van het instrument. Wáár in de boring kun je wélke tonen beïnvloeden? Het fijne van dit soort vragen is, dat er best veel te beredeneren is, maar dat daadwerkelijk berekenen hoe een instrument zal functioneren, onmogelijk is. Oftewel: dergelijke vragen vergen experimenten. De 'lockdown' die we vanwege de Corona in het voorjaar van 2020 in het land hadden -en in Amsterdam soms zeker ook genoten- gaf mij de mogelijkheid vaak langdurig heel geconcentreerd dergelijke experimenten te doen. Daar is veel concentratie voor nodig, aangezien het soms subtiele effecten betreft, waarvan de waarneming heel vaak door suggestie wordt vertroebeld. (Je wijzigt een boring tijdelijk door er een hulsje in te schuiven, je probeert het resultaat, en je concludeert dat dat nauwkeurig aan je verwachtingen voldoet. Heel verheugend. Totdat je op de grond het betreffende hulsje ziet liggen: het blijk al vóór het proberen uit de hobo gevallen te zijn...)
      En er is zoveel méér te onderzoeken. Rieten, materiaalsoorten.
Om nog niet te spreken over de zoektocht naar een min of meer historisch onderbouwde manier van spelen.

Later zult u hier concreter zaken kunnen lezen, vermoed ik.