technieken

 

Het fijne van muziekinstrumenten bouwen én op een (varend) schip wonen is, dat ik heel veel met techniek te maken heb. Met erg veel sterk uiteenlopende technieken zelfs.
Zo bestaat het maken van instrumenten uit een combinatie van, onder andere:
-houtdraaien
-meten en rekenen
-allerhande klein metaalwerk (zie bijvoorbeeld Haka, kleine schalmei)
-solderen
-graveren (zie bijvoorbeeld Richters)
en, voor het maken, en onderhouden, van het benodigde gereedschap ook nog:
-metaaldraaien
-het harden van gereedschappen
-secuur slijpen
-soms lassen.
Ook moeten er hoesjes voor de instrumenten genaaid worden. Daartoe richt ik af en toe een naaikamertje in in mijn stuurhuis.
Vanzelfsprekend zijn sommige van deze taken uit te besteden, maar daar zit een afwijking van mij: dat kan ik niet zo goed. En bovendien: het is ontzettend leuk weer een nieuwe techniek te proberen eigen te maken. (Graveren alleen al: wát een moeilijke techniek! En ik kan nog niet de helft van wat ik toch op zijn minst zou willen kunnen.)

Aan boord kom ik, naast natuurlijk het lassen (mijn schip is gemaakt van ongeveer 60 ton staal) heel veel technieken tegen.
Slijpwerk natuurlijk, maar ook elektra, water- en gasinstallatie.
Isolatie, houtwerk, schilderen, de machinekamer onderhouden.

Veel van die technieken zijn fantastisch om een beetje te leren beheersen.
Lassen is heel fijn, maar ook juist het op heel kleine schaal werken met metaal, vooral met zilver, geeft een heel goed gevoel.
En natuurlijk het houtdraaien! Ik wilde wel dat ik daar een goede leermeester in had en had gehad. En Richard Haka heeft ongeveer om de hoek gewoond! Helaas is de -reële- afstand in tijd iets groter. Toch leer ik heel veel van het bestuderen en copiëren van zijn instrumenten, en van sommige andere bouwers.
En ik prijs me gelukkig met mijn oude metaaldraaibank: oude metaaldraaibanken draaien niet snel en dwingen daarmee tot het zorgvuldig gebruik van heel goed geslepen gereedschap. Wat de afstand tot de oude houtdraaiers weer kleiner maakt.

lange krulSommige van de genoemde, en ook van de niet genoemde technieken zijn verspanende technieken: technieken waarbij ergens iets afgehaald wordt dat er niet aan moet blijven. Ook bijvoorbeeld zagen, vijlen en boren behoren hiertoe.
Bij al deze technieken onstaan spanen: slijpsel, zaagsel, stof (bij schuren) en krullen.
Soms geven spanen aan of je goed werkt. (Bij metaaldraaien kan zelfs de kleur van de spaan veel vertellen!)
En sowieso: als ik mooie spanen maak, heb ik altijd het gevoel dat ik iets goed doe. En dat mijn gereedschap goed geslepen is.
Spanen kunnen prachtig zijn!
Kijkt u maar:

-SPANEN

 

Wellicht kom ik op allerhande technieken op een later tijdstip nog terug.
Sowieso kunt u een en ander zien in sommige fotoreeksen bij instrumenten die ik gemaakt heb; vooral bij de kleine schalmei van Richard Haka is wat van het prettige werk met zilver te zien. 

Ook fotografie behoort in zekere zin wel tot de vereiste, of in ieder geval heel behulpzame, technieken bij het bouwen. Vooral de verlichting speelt daarbij een heel belangrijke rol. Zonder goede verlichting is een gravure in metaal bijvoorbeeld onmogelijk goed te fotograferen. Ik hoop dat ik tegelijk met de techniek van het graveren ook de techniek van het vastleggen van het resultaat zal ontwikkelen.

Vanzelfsprekend komt er bij al dit werk heel wat gereedschap kijken. En soms moet dat gereedschap zelfs zelf ontworpen en gemaakt worden.
U kunt hier iets meer van lezen en zien onder:

-WERKPLAATS EN GEREEDSCHAP