hobo's (discant)
De term 'hobo', waaronder wij ons nu bevinden, heeft eigenlijk twee betekenissen: zij staat zowel voor de hele familie van alle hobo-types, als voor het meest voorkomende, kleinste lid van deze familie. Het zou logisch zijn, dit instrument dan ook sopraan-hobo of discant-hobo te noemen, maar dat doet haast niemand; ik doe het ook maar niet. Deze hobo komt inderdaad verreweg het meest voor. Zeker als u de muziek van J.S. Bach even opzijschuift (flink duwen!), zult u zelden (maar niet: nooit) een andere hobo dan het kleinste lid van de familie tegenkomen. Het overgrote deel van de overgeleverde oude hobo's is dan ook van dit type.
Het woord 'hobo' is een verbastering van het Franse 'haut-bois' dat zowel hoog hout als ook luid hout kan betekenen. Het is mij nog steeds niet duidelijk hoe het woord precies geïnterpreteerd moet worden. Maar dat het meer op dit hoge instrument betrekking heeft dan op zijn lagere broeders, lijkt me duidelijk.
Hoe dan ook, vanaf de plek waar u zich nu bevindt, leid ik u naar de verschillende instrumenten van deze groep die ik, tot nu toe, gecopieerd heb.
Daaronder vind u zowel Nederlandse instrumenten, van:
-Richard Haka,
-Hendrik Richters,
-Robbert Wijne,
als instrumenten van over de grenzen, van:
-een ondbekende bouwer (de "Galpin"-hobo),
-Jakob Denner,
-Joannes Maria Anciuti,
-en nog een en ander.